Eiwit – Energie metabolisme

2. PNH-ME
In bloed gemeten: Eiwit – Energie metabolisme

 

Een gestoord koolhydraat metabolisme kan bij veel individuen gemakkelijk leiden tot verstoringen in het lipid metabolisme (zie boven), maar bij anderen heeft het de voorkeur tot verstoring in het eiwit metabolisme.

Om de onderlinge relatie tussen deze drie hoofdgroepen (glucose, lipiden, eiwitten) vast te stellen meten we glucose, lactaat, 3-hydroxy-boterzuur, vertakte keten aminozuren (bcaa).

Dit moet nuchter worden gemeten.
Bij gezonde personen wordt de glycogeen voorraad na 10 uur niet te hebben gegeten net aangebroken, en is het nog niet nodig om over te schakelen op vetzuuroxidatie of eiwitafbraak; de 3-hydroxyboterzuur en bcaa zijn nog normaal.

Bij hoge glycogeen afbraak en gebrekkige opname in de cellen (insuline resistentie) zal een deel van de glucose in lactaat worden omgezet.

Door deze vier metabole parameters onderling te interpreteren kan inzicht worden verkregen in de metabole voorkeur van ieder individu, waarbij rekening moet worden gehouden in het gepersonaliseerde advies.

Behoud van voldoende spiermassa is een essentieel onderdeel van een gezond energie metabolisme met het meten van TSH, magnesium, kreatine kinase (CK), kreatinine en ureum (ook ureum en kreatinine in urine) krijgen we inzicht in het eiwit metabolisme en spieropbouw/afbraak.

 

©Jan Hessels
Hessels+Grob bv
Versie 1.14 Juli 2021